Buurtnetwerk Campagne | Maastricht | Sjoen woene en fijn leve

De Grens

De Grens

Miel mèt de peerdsjes’

Opeens is de grens weer echt een grens. Het Verdrag van Schengen ten spijt controleert België nu het grensverkeer, net als eertijds.

Op deze foto (uit het gemeentearchief van Maastricht)  zien we de Belgische douanebeambten in Vroenhoven rond 1960 aan het werk voor hun kantoor op de hoek van de Muizenberg. De ‘komieze’ moesten altijd alert zijn, want natuurlijk werd er aan de grens gesmokkeld! Vooral sinds de jaren dertig van de negentiende eeuw, toen België en Nederland aparte landen werden. En in België waren de belastingen lager, vooral die op alcohol. Bijna iedereen smokkelde wel eens wat, maar er waren ook heuse smokkelbendes actief, vaak hele families. Het was spannend: de smokkelaars verstopten hun waar in manden en kruiwagens, bonden varkensblazen vol sterke drank op hun lichaam, of propten boter onder hun kleding. Maar de ‘komieze’ waren ook niet mis, die zetten een verdachte van botesmokkel dan gewoon bij de kachel. Nu is het niet meer zo spannend daar, geen smokkelbendes, geen douaniers, enkel een merkwaardig gesloten grens.

Voor wie het moeilijk vindt nu een winkel te bezoeken rijden de bezorgdiensten van supermarkten af en aan. Boodschappen worden keurig aan de deur afgeleverd. Dat was vroeger niet anders. Bakker, groentenman en melkboer brachten hun waren aan huis, toentertijd met paard en wagen. En eens in de week deed marskramer Emile Kemmerling in deze contreien z’n ronde, zijn kar hoog opgetast met huishoudelijke artikelen, en getrokken door twee ponypaardjes. Schoonmaakmiddelen, serviezen, bezems, ‘Miel mèt de peerdsjes’ had het allemaal. Op de foto uit de jaren zeventig (door Frans Lahaye, gemeentearchief Maastricht) zien we Miel in de Willem Prickstraat in Wolder. Natuurlijk plasten en poepten al die paarden en paardjes gewoon midden op straat maar daar maakte niemand zich druk om.

Troostklokken
Al enkele weken luiden elke woensdagavond van zeven tot kwart over zeven honderden kerkklokken in het hele land. Ook in Maastricht. In de St Servaasbasiliek luidt de Grameer, in de Petrus en Pauluskerk de Wolderse klokken. Het zijn ‘klokken van hoop en troost’, een boodschap van bemoediging. Het luiden van de klokken is immers een oeroud communicatiemiddel in stad en dorp: gebruikt om de tijd aan te geven, het kerkelijke leven kracht bij te zetten, maar ook bij officiële bekendmakingen of bij onraad. De toren van Wolder telt drie klokken van verschillende grootte en die zijn nog niet zo oud: geleverd in 1947 door Klokkengieterij Eijsbouts uit Asten, nadat de oude klok -uit 1834- in de oorlog gestolen was door de Duitsers, en omgesmolten tot wapentuig. Klokken hebben vaak namen, ook die van Wolder. De kleinste klok heet Jozef, de middelste Maria en de grootste klok Petrus en Paulus. Op deze woensdagavonden luiden ze met z’n drieën om ons een hart onder de riem te steken…..

 

Correspondentieadres